Voor deze fascinerende cinemales blikt Agnès Varda met haar gekende inventiviteit terug op haar inspiratiebronnen en filmografie. Wat tevens een ontroerend zelfportret oplevert.
Van de jaren ’50 tot die van 2000 wijdt Agnès Varda zich aan cinema, tussen fictie en documentaire en soms zelfs de twee tegelijkertijd zoals bijvoorbeeld als een komiek zich voor de camera uitnodigt in Cléo de 5 à 7. Van het filmen van de stille meerderheid (de handelaars van Daguerréotypes) of een rebellerende minderheid (de Black Panthers), het vertellen van de feministische strijd (L'une chante, l'autre pas) zoals de vergissing van een jong meisje in Sans toit ni loi… de regisseuse licht haar inspiraties toe, haar schrijf- en opnamekeuzes, en het, soms tragische, doorbreken van haar eigen levensloop in haar filmografie. De ziekte van haar partner Jacques Demy zal haar zo het poëtische Jacquot de Nantes doen draaien.
Bij het aanbreken van de 21ste eeuw vindt Agnès Varda haar werk opnieuw uit. De komst van de discrete kleine digitale camera’s geven haar de mogelijkheid de documentaire te vernieuwen en zo makkelijker de personen in precaire situaties van Les Glaneurs et la glaneuse te benaderen. Onderweg ontdekt ze haar roeping als visuele artiest en werkt ze ingenieuze videoinstallaties uit. Een ander markant gebeuren is haar samenwerking met de artiest JR, met wie ze Visages villages maakt: een road-movie van ontmoetingen op het Franse platteland.
“Cinemataal”
Agnès Varda gaf haar eerste "Leçon de cinéma" in 2000, tijdens het Festival van Cannes. Sindsdien volgden er menig anderen. Hier richt ze zich naar een jong publiek vanuit het verlangen om haar "cinécriture" (cinematografische taal) door te geven. Haar hele carrière als regisseuse, fotografe en artieste omvattend, is dit “praatje” verrijkt met filmclips of creatieve sequenties die haar woorden illustreren. Om een travel nader uit te leggen in Sans toit ni loi, rolt Agnès zich bijvoorbeeld voort in het rurale decor van de film met de camera op de rails en weldra vervoegd door Sandrine Bonnaire. Ze halen samen herinneringen op aan de opmerkelijke rol van Mona la vagabonde, een ruige heldinnenrol die de actrice heeft gevoed met haar eigen revolte! Zoals haar ‘Cabanes de cinéma’ bekleed met 35 mm pellicule – een opgefleurde recyclage-actie na de digitale intrede - kunnen getuigen, vindt deze grote liefhebster van de schilderkunst steeds het visuele equivalent waar ze haar bedoelingen, haar relatie met het reële en haar ontmoetingen, in kan vertalen. Zoals een ware sprookjesvertelster opent ze de deuren van haar universum en zodoende levert dame Agnès naar eigen signatuur een pakkend zelfportret van een regisseuse van 90 jaar, melancholisch gekleurd en fantasierijk, immer belust naar de anderen en hun verhalen.
Een postume masterclass door Agnès Varda. Het is een voorrecht om daar bij te zijn.
- De StandaardDe film van de week.
- Focus KnackOfficiële Selectie, Filmfestival van Berlijn